Fragmenten uit mijn Kungsleden dagboek: Saltoluokta – Aigert

Saltoluokta – Aigert

Zondag 27/07

Boot: 2 + 4 km, te voet: 24,21 km, val: 0, eland: 1, rendier: 0, blaren: 0,5
Vandaag begon de dag op de M/S Langas die ons om 10u20 voor 400 SEK naar Saltoluokta voer. Fancy hut! Met een “gewoon” toilet. Tijd om de okseltjes te wassen en een hoerenwasje te doen. Twee glaasjes saft en klaar voor een heerlijke tocht naar Sitojaure. Een heerlijk traject. Voornamelijk plat en wat bergop.

Jehan door de sneeuw

Mijn linkerknie deed maar even heel veel pijn. De laatste kilometers door het berkenbos was een strijd tegen de muggen. We betaalden Lars 800 SEK om ons naar de overkant te brengen. We kochten nog een cola en babbelden met Anna. Ze gaf ons de tip om na de speedboottocht tot voorbij de boomgrens te gaan. Rechts zou er een beekje zijn en minder muggen. We vonden een zalig plekje. Hielden ons warm bij een kampvuur en genoten van een prachtige middernachtzon.

voeten warmen aan het kampvuur

Verkleumd namen we nog een filmpje op voor Lien haar verjaardag. Vandaag kennen Jehan en ik elkaar al vijf jaar! Gaan we vieren in de hut van Aktse.

Maandag 28/06

Kungsleden: 4,86 km
Skierffe: 13,8 km
Val: 0,5
Verschrikkelijke nacht achter de rug. De ijskoude wind hield mij rillend wakker. En nu is het heet in de tent. (…) Wat een rustdag moest worden, werd een pittige dag. We beklommen de Skierffe voor Zwedens mooiste uitzicht. Een pittige beklimming in de volle zon en wind. Op de top deelden we een Twix zoals we vijf jaar geleden een brood deelden. Wat een mooie plek. De detour helemaal waard.

Uitzicht vanop Skierffe op de Rapadalen

Onze rugzakken dropten we in het bos, aan de splitsing. Jehan had water, een Twix en Mars mee. Ik enkel water. En onze donsjassen. Nu lig ik in een bed. Heerlijk. Goede nachtrust en morgen een pittige dag blijkbaar. Vandaag ben ik al lopend afgedaald. Elegant als een rendier, zei Jehan. Ik besefte plots dat ik mentaal blokkeerde bij afdalingen. Maar ik ga graag bergop en doe niet liever dan ontdekken wat voor uitzicht elke top te bieden heeft. Maar elke beklimming heeft ook een afdaling. En ik wil niet stoppen met beklimmen door een angst voor afdalen. Dus vandaag liep ik de berg af. De linkerknie werkte vlot mee. Mijn voorhoofd is aan het vervellen. Jehan en ik hadden een diner bij kaarslicht (…).

Diner bij kaarslicht in de berghut

Dinsdag 29/06

Te voet: 26,67 km
Te boot: 3 km
Aanvallen door vogels: 1
Verfrissing in het meer: 1
Voetjes in de rivier: 2

voetjes in de rivier

Aktse – Pårte en enkele kilometers verder (tot aan de rengärde)
Heb ik dan een bed, liggen we enkel met ons twee op een kamer, doe ik nauwelijks een oog dicht! Jehan lag heerlijk (…) te snurken. Ik heb echt elk uur gezien. (…) Rond 5 uur zoemde een mug rond mijn hoofd en om 6u45 gaf ik mij gewonnen. Tijd om mij op te frissen (mijn gezicht en mijn voeten), een plasje te doen en ontbijt te maken. Een stevig ontbijt voor een pittige dag. 22 kilometer door ruig terrein. Maar eerst een gemoedelijke boottocht. Gepland om 9 uur, uiteindelijk begonnen om 9u11 door drie hikers waarmee we in Saltoluokta ook op de boot hadden gezeten. Hij een Braziliaan, zij allebei Iers. De tocht begon door een bos. Mijn lichaam voelde ondanks de slechte nacht fit. Soepel. Al snel kwamen we met een steile beklimming boven de boomgrens uit. Het was druk. Zelfs een scoutsgroep was onderweg. Van Lucas geen spoor. En oh ja, we hadden ook een brief mee. Van de stugvärd van Aktse voor de stugvärd van Pårte. Een liefdesbrief, dacht Jehan. Helaas gewoon een oplossing voor een wifi probleem.

De hut van Pårte was weer zo’n hut die maar niet verscheen. De laatste kilometers leken eindeloos. Net zoals de hoeveelheid muggen. Jehan sprak van nog maximum 500 meter. Toen hij een tegenligger vroeg hoe ver de hut nog was: “twenty minutes”. WAT? Ik kon niet meer. Ondanks de heerlijk lange middagpauze op de top en mijn fris voetbadje in de rivier. Ik sleepte mijn lichaam en rugzak vooruit. Ik overhandigde de brief aan een schattige oude man. We vroegen hem of we ergens met minder muggen konden kamperen. “Aan de rengärde is een meer. Daar is meer wind. Maar dat is nog zo’n twee à drie uur stappen.” Jehan zag nog twee uur stappen niet meer zitten. We zetten met wat nieuwe moed aan. Stap per stap. Hoe meer vandaag, hoe minder morgen voor we onze frietjes kunnen eten (hopelijk). Puur op karakter en ambetant van de muggen bereikten we na anderhalf uur (volgens mij) het hek. Wind! En een vrij recht plekje voor onze tent. Tent opzetten, “duikje”, eerder dipje of valletje of neen, tuimeling, in het meer. Een pot couscous voor mij, chili voor Jehan. En snel de tent in. Morgen frietjes als middagmaal.

Tent aan het meer bij de rengärde

Woensdag 30/06

Opgestaan om 7u15. Een ontbijtje in gezelschap van de muggen. Jehan slaapt nog. Handig eten zo met een hoofdnetje. Gelukkig is er muziek en deze middag hopelijk frietjes. Vandaag bereiken we Kvikkjokk. Net zoals de hiker die ons gisterenavond nog passeerde. Hij had ons zien vertrekken om 18 uur in Pårte en had beslist om ook verder te gaan. Hij komt uit Israël en is een klimmer. Zijn eindbestemming is Israël. Hij vertrok de 21e in Abisko en heeft er genoeg van. Ik nog niet. Mijn lichaam is in een fase van gewenning en bijna genot geraakt. Zoals bij het lopen, na de eerste drie kilometers. De hele Kungsleden draait om een soort van paradoxale liefdesrelatie met de natuur. Wanneer je een rivier, beek of modderpoel over moet, zoek je naar stenen om op te staan. Op het pad hoop je op geen stenen want deze vertragen en zijn een risico voor de enkels. Als op een top op adem wilt komen zoek je een plek uit de wind. Als je een slaap- en kookplek zoekt in het bos zoek je naar waar de wind waait om de muggen weg te houden. En zo is elke kilometer, elke dag een andere strijd die je voert. Dat zijn de dingen die ik mij bedenk tijdens de tochten van 10 uur. En hoe blij ik ga zijn om Meli weer te zien. En of Jehan eerst zijn mama of papa gaat knuffelen. Ik denk zijn mama. Hij gaat afwachten. (…) Jehan is nu nog niet wakker en mijn thee is drinkbaar.

De dag zit er weeral op. Ik lig vermoeid in mijn heerlijke slaapzak. Vandaag 25,3 kilometer gewandeld. Eerst 12,7 kilometer naar Kvikkjokk waar we frietjes <3 gegeten hebben. En een wortelsoep voor Jehan en een croque monsieur met brie voor mij.

Jehan eet frietjes Elisa eet frietjes

Ondanks deze lekkere vooruitzichten waren de laatste kilometers opnieuw een mentale hel. De laatste twee kilometers zijn er altijd teveel aan! Jehan heeft mij er helemaal door moeten sleuren met liedjes en een samenvatting van het boek dat hij nu aan het lezen is. De hiker van Israël zat al aan een tafeltje en had al zijn frietjes waarover we de avond ervoor gefantaseerd hadden opgegeten. Na ons uitgebreide (en enige deftige sinds 21 juni) lunch stapten we naar de boot. Jehan had Björn gebeld en om 15u30 zou hij ons overvaren. Björn bleek gepassioneerd door aardappelen en Ecuador. Hij kende de Chimborazo. Hij en Helena zouden graag naar Ecuador gaan. Wat een lieverd. Hij bleef maar babbelen over aardappelen. Helena was kapitein. Een ongelofelijk zachtaardige vrouw. Een droomtocht die van mij mocht blijven duren.

Ze zette ons af aan de overkant en raadde ons aan minstens vier tot vijf kilometer te klimmen om een slaapplek te vinden. Na de eerste meters kwamen we aan een huisje waaruit een hiker kwam. Hij zei iets in het Zweeds. “Sorry?” “Vlamingen!” Ik dacht dat hij in het Zweeds bezig was. Van Leuven. Op 17 juni vertrokken in Hemavan. Met Abisko als doel. Hij raadde ons aan voorbij de boomgrens te gaan slapen. “Aan de brug en de stuga zijn twee plekjes maar wandel dertig minuten verder. Mooie kampeerplek aan water.” Dus nog meer dan 12 kilometer. De muggen lieten ons geen keus. Armen en benen bedekt. Muggennet over ons hoofd. Kapot zweten tijdens de beklimming, in de zon. Mijn benen waren fit na het voetbadje na de boottocht.

Op naar boven. Met Jehan achter mij aan. Het ging vooruit. Hoger en hoger. Na een kilometer of tien kwamen we een koppel tegen. Uit Zwitserland. “De boomgrens is nog een hele eind. En het is steil. Ik denk niet dat je daar goede plekjes hebt voor de tent.” Ze raadden ons aan om aan de rivier te slapen. Eten kon in de Tielesjåkkastuga. En zo geschiedde.

diner in de Tielesjåkkastuga

Ik bedacht vandaag ook een titel voor deze ervaring: ‘Kungsleden: 440 (?) kilometer in … dagen, evenveel inzinkingen en ontelbare beklimmingen.’

Donderdag 01/07

Beestenboel. En ik ben ‘t vergeten. Meer dan 30 kilometer gewandeld. Correctie: 29,33 kilometer. Meer dan 12 uur onderweg. De laatste vier kilometer heb ik achter Jehan lopen snotteren. Hij heeft mij naar boven gesleurd ondanks zijn eigen vermoeidheid en struggle met beklimmingen. Wat een held! Hij heeft vandaag ook oog in oog gestaan met zijn lievelingsdier. Een eland met grappig haar.

Wat later liet Jehan de dop van mijn Patagoniaflesje in de beek vallen. En toen bleek ook dat zijn grijze drinkfles uit zijn rugzak is gevallen. Het einde van een hoofdstuk. Of eerder een tijdperk. De koekoek was er vandaag weer! Tijdens de laatste beklimming. Supportert hij of verklaart hij ons gek? De dag was goed begonnen. Opfrissen in de rivier. Niet gigantisch veel muggen. Muziek. Ontbijtje. Goed gezelschap <3. Morgen ontbijt op de top!

Vrijdag 2/7

Momenteel op meer dan vijf kilometer van onze slaapplek. De wind was ons heerlijk gezind deze morgen. Ik werd niet nat van ‘t zweet wakker en de wind hield de muggen weg. Na ‘t ontbijt nog even in de tent bij Jehan gekropen. Hij is zo lief. Het is de eerste keer dat ik schrijf tijdens de dag. Ik had verwacht dat ik dit meer zou doen. Bij een mooi uitzicht, neerzitten en schrijven. Ondertussen op adem komen. De gedachten van tijdens ‘t wandelen vereeuwigen. Nu waaien ze allemaal weg, mee met de wind die verkoeling brengt.

Mijn ideale Kungsleden zou er één zijn van minder kilometers op een dag. Meer duikjes in een meer. Minder afval. Meer schrijfpauzes. Minder vooruit plannen. Meer mensen ontmoeten/beter leren kennen. Minder in berghutten slapen. Meer rondkijken. Deze tocht is er één van extremen. Ontdekken hoe ver en hoe diep ik kan gaan. Gisteren ging ik ver en diep. Ik verloor de moed en het gevecht tegen de tranen. We bereikten tegen 23 uur onze kampeerplek. Eten, schrijven en slapen. De tocht zit er voor de helft op en mijn schriftje is nog meer dan voor de helft leeg. Het is hier prachtig. Bergen, sneeuw, bos en meren.

We slapen in “a mosquito hell”. Ik hoor precies regendruppels maar het zijn de muggen die dansen op onze tent. We zijn de hete tent ingevlucht. De zon schijnt nog steeds op de tent. Hopelijk brengt de nacht verkoeling. Na de eerste zalige tien kilometer in de bergen boven de boomgrens kruisten we een andere hiker. “Nice to meet you!”, zei ze meteen. We sloegen aan de praat. Kamperen aan de boot van Vuonatjviken was mogelijk. Zijn we op dit moment aan het doen. Blijkbaar is dat inbegrepen in de prijs. Onze tent staat echt in de tuin. Maar het hele dorp is de tuin van Jan en Eva. Er staan hier boten, een helikopter, zweefvliegtuig, … We hebben een vuurplaats en huisje en wc ter beschikking. Echt sympa!

De hiker, die blijkbaar blond was, zei ons ook om echt naar het hotel in Jäckvick te gaan. En naar de ICA! Kijken we naar uit. Ze vroeg ons ook haar vijf vrienden te zeggen dat ze, op ons aanraden, boven de boomgrens ging slapen in plaats van aan de Piteälven. We kruisten een koppel, “Are you the ones that missed the ICA by five minutes?” Blijkbaar niet. Maar ze hoorden wel bij de groep die samen met “the blond girl” hadden geslapen. Super sympathiek koppel! Gezellig gesprek. Hij zei ook dat hij een elandengewei op een rots had gelegd. Hij vond het te zwaar om mee te dragen. Jehan zijn ogen fonkelden. We kruisten het vierde lid van de groep. Die de slaapplek als een “mosquito hell” beschreef. Hij begon weer over het elandengewei en over een koppel dat nog volgde. Jehan zag zijn gewei al weggekaapt worden door dat koppel en had haast. We gingen in volle vaart op zoek naar de goed omschreven plek. We kruisten het koppel, dat echt aan het afzien was. Geen gewei. We vonden het gewei. Ondanks het gewicht bond Jehan het toch op zijn al zware rugzak.

Kort daarna daalden we af, het bos in. Daar begon een lijdensweg van zo’n tien kilometer. Muggen, hitte, moeilijk begaanbaar pad. Jehan moest zijn gewei achterlaten. Te zwaar.

Hij kreeg het de laatste twee kilometer ondanks de peptalk van de trailrunner die de Via Suecia aan het doen is, heel lastig. De rugzak deed pijn. Kwamen we eindelijk toe. Eten op de steiger.

Tent op en bed in. Morgen om 9 uur de boot.
Afstand: 24,5 km

Zaterdag 3/7

Jäckvick
6,66 km te boot
18 km te voet
500 m te roeiboot

Ik aan de riemen, Jehan als stuurman.

We zijn in het op de trail geroemde church hostel (ik had clouds hostel verstaan toen het meisje van het koppel gisteren erover begon. (…) Privékamer! Met keuken en badkamer. Eindelijk nog eens gedoucht. Dat is van 7 juni (!) geleden. Vandaag hadden we tegen 15u30 al gedaan met stappen! Wat een zalig gevoel! Onder de brandende zon kwamen aan in Jäckvick. We blijven hier op vraag van Jehan twee nachten. Morgen rust. Een echte zondag. En maandag vol goede moed richting Ammarnäs en dan Hemavan. We zitten aan 266,8 kilometer wandelen!!! Nog 81 naar Ammarnäs en 78 naar Hemavan. Kjell van de hostel zegt tien dagen. Dat betekent aankomst op 14 juli. Mijn regels zijn gepland op 16 juli. Maar met deze zware fysieke inspanning zal ‘t later zijn.

De tocht vandaag ging vlot. We hebben enorm goed doorgestapt. Korte pauzes. Zes uur. STF zegt op hun website vier tot zes uur. Huh. Sneller dan dit kan ik niet. Vandaag dacht ik dat Jehan in Jäckvick zou stoppen. Ik wil sowieso doorgaan. Hij ook. Daarnet in de ICA weer aangevuld voor de komende dagen. We gaan samen verder. Gelukkig!

Vandaag kruisten we één hiker, met hond, aan de roeiboten. Hij had drie keer moeten roeien. Wij hadden dus twee boten aan onze kant. Woehoew! Geen boten meer vanaf nu. De boottocht deze morgen was verkoelend. Deed deugd! Ondertussen een blikje Pepsi aan ‘t drinken. Ik heb nog nooit om 9 uur ‘s morgens frisdrank gedronken, denk ik. Misschien bij een kater of feestje tot zonsopgang. Vandaag viel ‘t zeer goed mee van de muggen. Hopelijk blijft ‘t zo. Ik wil geen hekel krijgen aan bos. De hemel is roze. Genieten van de zonsondergang, veilig binnen. Morgen ook niet zwetend wakker worden van de zon op de tent. Ik word zo wanhopig van die hitte. Ik wil naar buiten spurten maar daar wachten de bloeddorstige muggen. Dus moet ik lange broek en lange mouwen aantrekken over mijn bezwete huid. Maar dat zijn weer zorgen voor over-overmorgen. Vandaag nog eens mijn 4G aangezet. Aki is er voor alles door. Meli had een emotionele crisis. Die meer dan terecht was. Verder mist niemand mij. Geen enkele vriendin die zich afvraagt waarom het zo stil is aan mijn kant. (…) Ik probeer ‘t niet aan mijn hart te laten komen. Ik ontmoet hier ook veel mensen. Korte maar waardevolle ontmoetingen.

Zondag 4/7

Chilldag in Jäckvick. (…) Lang ontbijtje. Een echte zondag!! Mijn lichaam tintelt en is onwennig. Het is in de war door het niet wandelen. Zwemmen deed deugd. Drie plonsjes in het diepste meer van Zweden!!!

En mijn Peru zonnebril heeft op de bodem van het diepste meer gelegen. Gelukkig niet op het diepste punt. Een hele zoekactie. Voor we de steiger verlieten wou ik nog een laatste plons nemen. Na de frisse duik op de steiger zocht ik mijn zonnebril. Nergens te bespeuren. Ik moet er dan mee in ‘t water gesprongen zijn. Jehan ging een duikbril halen bij de Duitse familie van de mobilhome. Ondertussen ging hij aan de oever ook een ander koppel inlichten over mijn verlies. Zij zat in ‘t water, hij op een gemotoriseerd platform met een tafel en stoelen op. Allebei op zoek naar mijn zonnebril. Hij heeft zelfs de motor gestart en vanop zijn platform mee gezocht. Jehan kwam terug met een duikbril en de mevrouw had ondertussen mijn zonnebril op de bodem zien liggen.

Ik hoopte met mijn voeten aan mijn zonnebril te kunnen. “It’s three meters deep”, zei Kjell, de gemoedelijke uitbater van de Kyrkans Fjällgården die ons ondertussen vervoegd had. Ik zag ‘t niet meteen zitten om te duiken. Maar Kjell zag ‘t zitten en viste mijn zonnebril. Held! “It’s part of the service!” Wat een helden allemaal. Hoe vertederend om te zien dat iedereen zo zijn best deed voor mijn zonnebril. Ik werd er helemaal warm van binnenin. Ik bracht de duikbril terug naar de Duitse familie die aan ‘t dineren was en blij was dat ik mijn bril had gevonden.

Na ons diner ben ik even gaan socializen in de keuken. De Nederlandse hiker die we gisteren ontmoetten ging net weg. De Zweed was er nog, zijn schoenen aan ‘t invetten. Er zat ook een Engelse hiker die in Berlijn woonde en de Kungsleden op 18 dagen moet doen. Ze zag er fit uit. Babbeltje slaan en chillen met Jehan in onze Tjidtjakcabin. Morgen weer stappen!

Maandag 5/7

Jäckvick – Pieljekaisestugan
8,17 km
We zijn in de gezellige Pieljekaisestugan. Hier zitten we beschut van de muggen in ‘t bos. We ontdekten deze stuga in de winter.

Beetje suiker in een zakje gedaan om mijn thee te zoeten de komende dagen. Een uur of twee gekaart met Jehan. En trucjes met de kaarten. Gezellig! Het plan was om de Pieljekaise te beklimmen. De papa van de Duitse familie had ons gisteren op zijn Fjällkartan (app, enkel voor iPhone, zucht) getoond hoe we de top konden bereiken. Zij hadden het ook gedaan. Maar eenmaal aan Pieljekaise Nationaal Park was er nergens een pad. Dus we lieten de oorvormige berg maar voor wat ‘t was. Later deze zomer komen we hoogstwaarschijnlijk terug met Meli, Juul en Jan en Lien.

Vandaag de dag begonnen met nog een plons in het diepste meer van Zweden! Meli zou ‘t daar ook zalig vinden. Mijn lichaam is minder gevoelig voor de hitte na zo’n frisse plons. Goed ontbijt (…). Ik ben ‘s nachts drie keer wakker geworden met stekende pijn in mijn linker-zij-onderbuik. Ik dacht mijn lever. Door al dat plotse eten. Maar achteraf gezien zal ‘t waarschijnlijk mijn veel te late ovulatie zijn (was voorzien 27 juni). Morgen (…). Naar Bäverholmen. “Little paradise” blijkbaar. Zwemmen, eten en behoorlijk muggenvrij slapen. De pot schaft straks ‘Adventure Food’, Curry fruit rice. Iets nieuws. De enige veggie in de ICA van Jäckvick.

Dinsdag 6/7

Pieljekaisestugan, om 7u15 ongeveer kwam hier een vrouw toe die hier kwam ontbijten. Niet super vriendelijk en ze had de sleutel voor het slaapvertrek. Ze heeft daar ontbeten. “A lot of people have been sleeping here.” Uhu, met de muggen buiten. Ze had de tweede deur niet goed dichtgedaan en had een heleboel muggen meegebracht naar binnen. Er vlogen zo’n tien echt agressieve muggen rond ons. Urgh, ‘t heeft geen zin om te proberen verder slapen. Ik zou massaal gestoken worden. Dan maar opstaan. We gaan nog nooit zo vroeg vertrokken zijn. Richting Bäverholmen.

We zijn in Bäverholmen. Ik zit te schrijven tussen de muggen. Het zijn er echt duizend! ‘Sac à dos’ speelt. Jehan zijn lijflied! Mijn sac à dos heeft vandaag mijn schouders weer enorm belast. Er zijn zo van die dagen dat mijn rugzak mij omarmt en op andere dagen is mijn rugzak zo’n zware last op mijn schouders. Vandaag toch maar de 20 kilometer overschreden.

Pieljekaisestugan – Bäverholmen
21,7 km!

(…)

Eerst douchen! We hebben elk 5 SEK gekregen om te douchen. Nice! We betaalden 120 SEK per tent. Twee douches zijn inbegrepen. Het was beginnen regenen tijdens ‘t douchen. Voortent een beetje nat. Ik snel erin, Jehan ging nog water vullen aan ‘t meer toen hij plots fluisterde dat ik naar buiten moest komen. Een eland! Super dichtbij. De uitbater van het domein was ook al aan ‘t filmen. Zo machtig. We konden heel dichtbij komen.

De eland bleef gemoedelijk eten. Foto’s, filmen, iedereen die buiten was had de gsm of fototoestel boven gehaald. De muggen en de lichte regenbuien deerden niemand. Toen liep de eland de campingplaats over en zwom naar de overkant. Machtig om een eland te zien zwemmen. Wat een moment!

(…)

Deze avond hebben we hier gegeten in een gezellig restaurant met een schattig kindje dat met iedereen een praatje aanknoopte. Een veggieburger met frietjes voor mij. Rendiervlees met puree voor Jehan. Spuitwater en twee Coca Cola’s. Het heeft zo gesmaakt.

Klaar voor de 47 kilometer naar Ammarnäs en de 78 kilometer naar Hemavan. Vandaag deden we Pieljekaisestugan – Adolfsström: fika stop in een gezellige tuin van een gezellig winkeltje – Bäverholmen.

Een gemoedelijke dag en toch om 17u20 meer dan 20 kilometer gedaan. Morgen hopen op een mooi kampeerplekje aan het water en wind. Oh ja, vandaag ben ik los op mijn gezicht gegaan. Op twee kilometer van Bäverholmen. Ik heb mijn lies bezeerd aan een steen. Er waren vliegjes mijn linkerarm aan het veroveren, mijn voeten stonden niet stabiel op de stenen en BAAAAAM. Nog een val, in slow motion. Out.

Woensdag 7/7

Het stormt buiten. Bliksem, donder, wind en veel regen. We zaten net op tijd in onze tent. We dachten de muggen en knots te ontvluchten maar achteraf gezien zijn we de storm ontvlucht.

Nu schijnt de zon en druppelt het een beetje. Het is hier nu enorm aan ‘t opwarmen. De muggen zitten al op de tent. Het zal buiten een muggenfestijn onder de regenboog zijn. Jehan is zichzelf weer aan ‘t soigneren met Aloe Vera. Hij is zo schattig. Smeren met ijver. Binnen twee weken zijn Meli, Jan, Lien en Juul hier! We moeten nog 100 kilometer afleggen. À l’aise! Morgen naar een stugan, de Ravfjällstugan ofzoiets en dan in één trok naar Aigert, via Ammarnäs. Daar naar de winkel! Jehan zou graag in Aigert slapen. ‘t Is daar wel mooi. Kan wel voor mij. Ik vind ‘t wel hoe meer hoe gezelliger in de tent. Ons potje koken vind ik ook gezellig. Daarnet was ‘t door de knots en muggen minder gezellig. Boven de boomgrens en toch zijn ze daar! Massaal. Er is heel veel wind nodig om ze te verjagen. De vogels zijn ook stiller buiten.

Vandaag doorkruisten we beschermd vogelgebied, fågelskyddområde, waarin we niet mochten kamperen. Vandaar dat we vandaag toch de kaap van vijfentwintig kilometer gehaald hebben. Inclusief een kilometer detour naar de Snultjie Raststugan. De detour waard want het was daar super gezellig. Bakje vol! Vier Zweden hadden hun gerief daar uitgestald. We propten ons ertussen om even te rusten en iets te eten en drinken. We hadden de laatste anderhalve kilometer in de regen afgelegd en toen we binnen waren begon het hard te regenen. De weergoden staan echt aan onze kant. We sloegen aan de praat met de vier jonge mensen uit Stockholm. Toen kwam Carlos uit Madrid erbij zitten. Alle vijf gingen ze van zuid naar noord en hadden nog niet veel mensen gekruist. We zijn bij de eerste deze zomer, zo lijkt. Ze wouden vanavond in Bäverholmen geraken. Morgen de boot naar Adolfsström. Acht kilometer overslaan. Ze hebben hetzelfde gedaan tussen Ammarnäs en Serve. Ze hebben een andere route genomen en de Aigertstugan overgeslagen. Jehan heeft gisteren ook getwijfeld voor de boot. We spaarden 400 SEK uit en hebben acht kilometer gewandeld. Zonder mij zou hij de boot genomen hebben, gaf hij toe. Vandaag voelde ik mij fit. Het ging goed. Geen last. Zelfs niet van het natte pad na de regenbuien. Heerlijk wandelen zo.

We kwamen net na ons vertrek aan de stugan een Roemeen, die al 25 jaar in Duitsland woont, tegen die van Zuid-Zweden naar Abisko aan het stappen is. Hij had al 500 kilometer in de benen. Hij gaf ons een heleboel informatie en wij hem ook. Zijn doel was het beschermd vogelgebied verlaten om zijn tent te kunnen opzetten. Wij zouden nog vijf à tien kilometer afleggen. Zo geschiedde, 7,5 kilometer.

Donderdag 8/7

Uitgeput. Toch weer 27,14 kilometer afgelegd. Aaarrgh. Die bewegwijzering. Dus, nadat bleek dat we toch in beschermd vogelgebied geslapen hadden, kwamen we een koppel hikers tegen. Zij waarschijnlijk een Britse, hij een Spanjaard? We vroegen naar de Ravfällstugan. Zij waren niet langs daar gekomen en hadden 18 kilometer afgesneden. Ik wist welke shortcut ze bedoelden. Maar 18 kilometer, huh? Ik hechtte er verder geen belang aan. Niet iedereen schat afstanden goed in. In Bäverholmen stond er 47 kilometer naar Ammarnäs. STF zegt op de website 28 kilometer tussen Snultjie en Ammarnäs. Gisteren hadden we onze tent zeven kilometer voorbij Snultje opgezet. Ammarnäs kwam heel snel dichtbij.

Toen ik deze morgen, na mijn eenzaam maar voorzien van een prachtig landschap ontbijt de kaart bekeek vond ik alle afstanden vreemd. Ik stelde de schaal en verhoudingen van de kaart in vraag. Niet de pijltjes of mezelf. Jehan brabbelde slaapdronken terug maar besteedde niet echt aandacht aan wat ik zei. Hoe dan ook zetten we onze tocht in een zalig berglandschap verder (…). Maar dus, komen we aan de Länsgräns. Hej då Norrbotten, hej Västerbotten. Plots is de markering oranje.

Een mooie tocht. Drie beschadigde rendiergeweien gevonden, laten liggen. Ah ja! Het vorige koppel feliciteerde ons ook met onze prestatie! Zij gaan ook naar Abisko! Ze vroegen hoe we het vonden. Ik probeer echt enthousiast te zijn maar de etappes met de muggen werpen echt een donkere schaduw op de hele tocht. Maar dus. Aan de Länsgräns stond er:
Ravfällstugan 14
Ammarnäs 20
Dus, Ravfällstugan – Ammarnäs = zes kilometer. Chill! En Ammarnäs – Aigert = acht kilometer. Dus morgen: veertien kilometer. Chiiiiiill! Tijdens onze lunch tussen de rotsen boekte Jehan onze nacht in Aigert. Ik gun hem zijn pleziertje. Ook al slaap ik rotslecht in een bed. En de STF-hutten zijn niet echt mijn ding.

Aan de brug kruisen we een Nederlander en knappe Noor die in Lund woont en zot is van het uitgestrekte Lapland. De typische hike babbel. Tips en ervaringen uitwisselen. Plots een wending: van de Ravfällstugan naar Ammarnäs is het nog zeker twintig kilometer! WAT? OK, een dag langer dan gepland. Maar de hut is al geboekt! Het wordt nog een lange dag. Het was nog een kleine negen kilometer naar de stugan. Hup! Boven de boomgrens alles goed, zelfs die regenbui. Toen kwam de afdaling. Weer zo’n helse afdaling. In ‘t bos. Geen wind. Muggen.

Ik begon mij helemaal op te fretten. Ik was Jehan zijn race naar comfort zo beu. Altijd zo tsjollen en tot het diepste gaan om dan comfortabel beloond te worden. Maar ik wil geen comfort. Ik wil genieten van het buiten zijn, de landschappen, de zon en de wind. Geen bed, douche of keuken. Jehan voelde zich zo schuldig en liep de laatste drie kilometer naar de stugan voorop. Eindeloos.

Dan waren we eindelijk in de stugan. Ik naar het toilet, Jehan knoopte een gesprek aan met een vriendelijk Zweeds koppel met twee honden die ook niet met rust werden gelaten door de muggen. Ze panikeren blijkbaar in het bos door de muggen. Jehan vertelde hen dat hij dom was geweest en in Aigert geboekt had. Hij voelde zich echt schuldig. Ik kon ondertussen alweer lachen. Daar was hij blij om, zei hij.

In de stugan zat een jong koppel Basken. Zij was zo enthousiast. Hij was wat rustiger. We babbelden in een mengeling van Spaans en Engels. Ze kwamen van Irún. Dat dorpje kende ik! Ik nam er met Babs en Silke de trein naar Frankrijk. Haar beste vriendin was van Ecuador. Van een dorp aan de kust. Ze wist de naam niet meer. Het was er gezellig. Jehan en ik deelden een zakje rijst met curry en fruit, rustten en besloten nog boven de boomgrens en verder te gaan. Tot Aigert was het nog dertig kilometer. Hoe meer we vandaag doen, hoe minder morgen. Kort voor ons vertrek stuikten nog drie gasten toe. Van Nederland, Zwitserland en Duitsland. Jehan ging naar de wc gaan en buiten wachten. Ik raakte aan de praat met de drie hikers. Het was lang geleden dat ik nog eens zoveel aandacht kreeg van mannen. Het deed wel deugd. Jehan kwam al kijken waar ik bleef. Tijd om verder te gaan! Vol goeie moed!

We deden nog zes kilometer! Waarvan vier ofzo vrij steil naar boven. Ik deed ook nog een groot wildkakje op hoogte, nadat we van een Deense hiker gehoord hadden dat Denemarken niet in de EK-finale zat. Het is Engeland – Italië. Hoe dan ook moeten we morgen zo’n 24 kilometer doen. Dat is doenbaar en niet uitzonderlijk. Komt goed!

Vrijdag 9/7

Aigertstugan. Die we wonderwel bereikten.
De dag begon zalig. Ontbijt met prachtig uitzicht en zonder muggen.

Om 9 uur waren we al klaar en vertrokken vol goede moed en enthousiasme. Na de eerste drie kilometers ofzo begin ik krampen te krijgen. Doorbijten. Zo’n 4,5 kilometer na onze kampeerplek was er een raststugan. Met wc. Onder de brandende ochtendzon. Geen wolkje aan de lucht. Gelukkig was het super fris in de stugan. Nogmaals naar de wc. Twee scheetjes. Rusten in de stugan. Normaals naar de wc, vier scheetjes.

Meer niet. Dan maar doorgaan. Na een kilometer meer krampen. En begin ik misselijk te worden. Ik strompel naar een steen en begin te wenen. Pijn en paniek, want we moeten Aigert bereiken. Jehan helpt mij ongelofelijk tot rust komen. Krampen ebben weg en weer verder. Ik heb geen keus, vind ik. Jehan zegt dat niets moet. We dalen wat af. De boomgrens nadert. Ik kan weer niet meer. Ik strompel naar de kant en stort weer in. De krampen worden heviger. Ik huil en plooi dubbel. Jehan en ik panikeren. Hij geeft mij een paracetamol en begint op mijn vraag alles bijeen te zoeken om een kamillethee te zetten. De pijn wordt ondraaglijk. De paracetamol blijkt dan toch zijn werk te doen en het theetje verlicht alles. De pijn ebt weg. Ik blijf nog even liggen. Ondertussen babbel ik met Jehan over tweede namen. En dan kan eindelijk mijn drol vergif eruit. Wat een wildkak! Jehan is onder de indruk dat ik twee keer na elkaar (binnen de 24 uur) zo’n twee kanjers kan produceren. Ik ben ook nog eens goed in mikken in ‘t veel te kleine putje dat ik gegraven heb. De krampen zijn weg. We kunnen weer verder. We hebben nog achttien kilometer te gaan. Volgens mij is ‘t karma omdat ik gelachen heb met Jehan zijn ochtendwildkak gisteren.

Na een afdaling (deels via een zwarte skipiste) kwamen we in Ammarnäs.

Recht naar de winkel Ammarnäs Livs. Ijsjes, fruit, frisse drankjes, zoetigheden voor de komende dagen en alles voor een heerlijke spaghetti in de stugan. We kwamen op adem, genoten van ons vieruurtje en maakten ons anderhalf uur later klaar om de laatste acht kilometer te trotseren.

We ontmoetten nog twee Tsjechische zussen. Super sympathiek! Ze gaven ons tips en wij hen. Lang leve de grote kaart die aan de winkel hing. De ene zus vroeg om een foto van ons. Ze had een super zalig fototoestel van 800 gram!! We namen afscheid en zetten aan. Een pittige beklimming. We kruisten enkele wandelaars en aan de waterval geraakte Jehan aan de praat met een hiker van Göteborg. Hij was de 20e in Abisko begonnen. Voegde Kebnekaise en Skierffe toe aan zijn planning en had afgesneden naar Ammarnäs.

We haalden hem in en bereikten kort erna de hut. Vriendelijke ontvangst door Elisabet. Met een sapje in een glas. Spaghetti en nu bed in.

Deel twee van de Kungsleden zit erop. Halen we Hemavan of niet?

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *