Fragmenten uit mijn Kungsleden dagboek: Aigert – Hemavan

Aigert – Hemavan

Zaterdag 10/7

Aigertstugan. Het is een stralende dag! Geen wolkje aan de lucht.

(Ondertussen in de tent, ergens boven de boomgrens op vijf kilometer van de Servestugan).

Deze morgen was stralend! Perfect voor een frisse duik in het meertje. Onder de ochtendzon wat op en neer gezwommen. Jehan lag nog in bed. We hebben met twee in één bed geslapen. Heerlijk om weer in zijn armen te slapen. Het was wel zweten! Papi gebeld voor zijn verjaardag. We hadden bereik. Ook nieuws ontvangen dat Babs en Steven een huis hebben! Super blij voor hen! Ik was even aan ‘t wegdromen over hun housewarming. Alleszins, het deed deugd om papi en mami te zien en spreken. Ze waren zo vol bewondering. Wat een motivatie! Het Zweedse koppel (dat we tot in onze kamer hoorden snurken) heeft ook bij hun vertrek hun bewondering voor ons geuit. We hebben ze daarnet weer gezien in Serve. Mister Awesome was daar ook. “Oh, I arrived before you!” Urgh. Hij heeft er echt een wedstrijdje van gemaakt. En op zo’n prachtig stuk. Zonde! De berglandschappen waren zo mooi!

Ook ons uitzicht nu is zalig! Het regent. Maar dat wisten we.

Morgen de hele dag regen. Voor een easy-going tocht, wel langs water en onder de boomgrens. Muggen!!! Maar mijn geluk kan niet op. De laatste twee kilometer naar Serve werd ik ook geteisterd door muggen, knots en vliegen. Al dansend bijna liep ik naar de stuga. Daar ging ik binnen om aan de stugvärd te vragen naar het weerbericht. Ik kreeg het meest uitgebreide weerbericht ooit. Zo sympa! Een Engelsman. Getrouwd met een Zweedse. Hij beschreef ook waar we onze tent konden opzetten boven de boomgrens en waar er water was. Vol goede moed klommen we en zetten de tent op. Het druppelde een beetje. We hebben buiten kunnen koken (met een zitjes-muurtje rond het vuurtje als windscherm) en eten. Vandaag was een dag van euforie, hiker’s high om ‘t zo te zeggen. Mijn lichaam voelde top, rugzak zat goed, mijn ouders hun bewondering en de omringende bergen. Ook Jehan genoot. Ondanks zijn pijnlijke blaren en hardnekkige achtervolging door een daas.

In de eerste raststuga ontmoetten we een hiker uit Guadeloupe die liever in moeizaam Engels babbelde dan in het Frans. Jehan vroeg na de ontmoeting of hij mijn type was. Ja, absoluut! Bikepacker (Kopenhagen – Åsele), Franstalige avonturier, baardje, donker haar en volgens Jehan misschien een stretch. Hoe dan ook, Jehan is mijn reismaatje en lief. Soms teveel een comfortbeest en nors, maar hij gunt mij alles. Hij zou er alles aan doen om mij mijn dromen te laten waarmaken. Hij zou nooit zijn dromen in de weg van de mijne zetten. Dus ik wil geen mannelijke utopische kopie van mezelf. Dromen zouden botsen of opgegeven moeten worden. Als ik een droom najaag zegt Jehan ofwel “ik doe mee” ofwel “ga ervoor, ik wacht wel“. Wat een topper!

Zondag 11/7

00u40. Naar buiten voor een plasje, met veel tegenzin. Maar waw, toen ik de tent openritste kreeg ik een rilling bij het zien van de echt fluoroze hemel. Ongelofelijk. Ik was diep onder de indruk. Het was bijna beangstigend. Wat een fenomeen. Gelukkig moest ik pipi doen. Achteraf gezien. Hoeveel zo’n fenomenen zouden we al gemist hebben?

In de Syterstugan. Verrassende wending. Het stormt super hard buiten. Zo blij dat we niet in de tent liggen. We kwamen hier doorweekt aan. Jehan zijn motivatie was diep onder het vriespunt. Ik had ‘t moeilijk gekregen in ‘t bos. Die muggen, geen uitzicht, mijn linkerteentjes. Jehan pepte mij op met een Twix en mooie woorden.

Toen kwamen we aan een pijl die zei dat ‘t nog vijf kilometer was naar Syterstugan in plaats van de vier kilometer die Jehan gezegd had. Het begon harder te regenen. Jehan zag ‘t niet meer zitten. En dan moesten we nog aan de beklimming beginnen. En die was pittig. Het zweet liep over mijn gezicht. De muggen achtervolgden mij, ontdekte ik toen ik achterom keek naar Jehan. Ik pepte Jehan op en beloofde hem een nacht in de hut als er nog plaats was.

We kwamen doorweekt aan. Aan de ingang zat een Belgisch koppel. Nog meer Belgen. Na onze ontmoeting en selfie met dermatoloog Kris uit Oostduinkerke (waarmee ik heel lang gebabbeld heb over Covid enzo) ontmoetten we vandaag in de Tärnasjöstugan nog een Belg uit de omstreken van Gent met een verdacht West-Vlaams accent. Terwijl Jehan verder kennismaakte met de Belgen, met slippers van Thermen Katara, ging ik bij stugvärd Margareta luisteren. Er waren nog twee bedden. Hoera! Ik plofte mij opgelucht neer bij Jehan en het koppel. We konden droog binnen eten, onze kleren konden drogen. Heerlijk! We liggen wel op een slaapzaal met twee andere koppels en een trailrunner die de Kungsleden op zes dagen wilt lopen. Hij moet elke dag zo’n 65 kilometer lopen maar door de storm is hij hier op 23 kilometer gestrand.

Margareta is al aan haar 25e editie bezig als stugvärd. En de muggen zijn nog nooit zo erg geweest, zei ze! Ze kent de omgeving hier op haar duim en toonde ons op de kaart wat voor extra we nog konden doen. Een Spanjaard die op ‘t punt stond om de hut te verlaten vertelde ons over de gletsjer. Margareta toonde ons op de kaart hoe we er geraken. Ze raadde ons ook aan om aan de brug voor Viterskalet te kamperen en de Sytertoppen te beklimmen. Doen we! We hebben tijd en de weersvoorspellingen zien er goed uit! Tijd om mijn tanden te poetsen!

Maandag 12/7

Syterstugan. We lagen met zeven op de kamer. Een snurker, de kerel naast Jehan. Maar hij heeft mij niet echt wakker gehouden. Mijn voeten hielden mij wakker. Alsof er naalden in mijn tenen zaten. Een stekende pijn. Ook mijn hielen zijn stijf. ‘s Nachts ben ik naar de wc moeten gaan. Toen ik de deur van de hut opendeed weerklonk direct de krachtige rivier. De bergtoppen in de wolken. Wind. Zo dramatisch. Fascinerend! Na mijn toiletbezoek kroop ik bij Jehan in bed. In zijn armen heb ik veel beter geslapen.

De voorlaatste dag. Ik voel euforie, opluchting en melancholie.

Op een kilometer ongeveer van de Viterskaletstugan. Met het heerlijke geluid van de rivier. Aan de grootste (diepste, volgens Jehan; langste, volgens mij) U-vallei van Zweden.

Omringd (in de verte) door een zevental tentjes. Waarvan drie rode Hillebergs. Onze laatste nacht. Morgen nog twaalf kilometer naar Hemavan en ‘t zit erop! ‘t Is dubbel. Mijn lichaam heeft rust nodig maar ik ga echt wel in een zwart gat vallen, dieper dan Hornavan. Maar ‘t gaat er voor mij pas op zitten als we met Rafiki Abisko verlaten. De terugtocht met bus en trein maken deel uit van deze reis. En ik kijk er om de één of andere reden naar uit om van het Zweedse landschap te genieten zonder mijn voeten te voelen.

Jehan is ons bedpaleis aan ‘t installeren. Morgen koffie in de hut!

Vandaag zijn we naar de gletsjer gegaan. Glaciär in het Zweeds. Een tocht van vijf kilometer enkel. Zonder rugzak. De zon scheen, maar hoe dichter bij de gletsjer, hoe ijziger en natter de wind. Jehan zijn energie was op. De beklimming verliep moeizamer dan anders. We staken twee rivieren vlot over. Maar eenmaal bij de gletsjer moesten we een brede rivier over.

Het ijskoude water stroomde met volle kracht. Voorzichtig sprongen we van steen naar steen. De gletsjer was indrukwekkend. Maar vooral het appelblauwzeegroene meer bekoorde mij. Het water zag er magisch en ijskoud uit.

Op de terugkeer belandde ik bij de laatste rivier op mijn poep. Ik was zo boos. Jehan had een oversteek gemaakt die voor mijn korte benen onmogelijk was. Dus eerst was ik boos op hem en dan op mezelf. In volle woede stapte ik door en liet Jehan achter. Hij wist dat hij mij moest laten doen. Een dier in pijn. Toen ik de hut naderde wachtte ik op Jehan. De boosheid was over. In de Syterstugan kochten we Blå Band pasta with cheese and broccoli en mochten we van Margareta de keuken gebruiken zonder betalen. Zo dankbaar!

We vertrokken na de lunch met het idee om naar de brug aan het einde van de vallei te gaan, tent op te zetten, te eten en de top (zes kilometer steil omhoog) te beklimmen. Het zou een dag van 35 kilometer worden. Deels zonder rugzak.

Na vijf kilometer werd duidelijk dat de top bereiken niet echt realistisch was. We waren allebei op! De laatste vijf kilometer waren lastig.

We zetten de tent op en gebruikten onze laatste energie om naar de hut te gaan om aperitief (a.k.a. chips en cola, de pindanootjes sleurde ik al anderhalve dag mee). We genoten in de zon, aan de rivier van ons aperitief en diner. Ik at Jehan zijn pasta carbonara met prei. Hij kreeg mijn chili.

Hoogtepunt van de dag: de kudde rendieren tijdens de afdaling van de gletsjer. Met kalfjes! Het was super spannend. Want we kwamen wel heel dichtbij. De alfamannetjes waren zich aan ‘t stellen. Er zat niets anders op dan stoppen, wachten en genieten.

Dinsdag 13/7

Martes 13, geen ongeluksdag! We hebben Hemavan bereikt!!!
Vanavond slapen we in
Hemavans Fjällcenter, ook van STF. Morgen om 5u59 de bus richting Storuman. Wat een vreemd gevoel. We kruisten vandaag zoveel dagjestoeristen, skiliften en een gondel. Hierdoor zag ik er precies toch wat tegenop om helemaal af te dalen en de bergen achter mij te laten. Honden, kinderen, urgh.

De dag begon fijn. Met een koffie in de Viterskaletstugan, in gezelschap van de vriendelijke oude stugvärd. Hij is van Stockholm en prees Stockholm Archipelago. Ik ben geïntrigeerd. Hij kende zelfs het woord van. Hoe hip! Op zijn leeftijd! Hij stelde voor om foto’s van ons te nemen en genoot dan van een koffie in de zon, uit de wind.

Jehan wilde eigenlijk zo snel mogelijk in Hemavan zijn. We pauzeerden af en toe maar voor mij hoefde het ook niet meer. Er hing geen trailmagie in de lucht. De laatste kilometers. We kruisten nog een oudere dame die onder de indruk was van ons afdaaltempo. We zeiden dat we de Kungsleden helemaal gewandeld hadden. “Hebben jullie veel vogels gezien?” Oh ja. En rendieren en elanden. “En de ljungpipare?” “JAAAA!” Onze beste vriend! Elke keer opnieuw verwelkomde hij ons boven de boomgrens. Brenger van goed nieuws. Nu schiet mij iets te binnen wat gisterenavond nog gebeurde toen Jehan en ik in bed lagen te lezen.

Plots zei Jehan dat hij al de hele tijd een helikopter hoorde. “Dat is de rivier, denk ik”, toen we plots de helikopter heel vlakbij hoorden. Een noodgeval? Ik ritste de tent open en zag de helikopter zo’n twee meter boven de grond zweven op vijf meter van onze tent. En honderden rendieren! En een moto en een quad erachteraan. Ik ritste de tent helemaal open zodat Jehan ook mee kon genieten. Ik had enkel mijn onderbroek aan maar ‘t kon mij niet schelen. Ik was zo onder de indruk van de rendieren en manoeuvrerende helikopter. Ongezien!

Paar uur later werd ik weer gewekt door de quad die voorbij reed. Aangezien ik toch wakker was, besloot ik pipi te doen. Toen ik wat afdaalde naar de rivier toe, uit angst dat de quad weer zou passeren viel ik op mijn poep. Ik gleed uit op het natte gras. Netjes.

MAAR DUS, aankomst in Hemavan. 475 kilometer te voet, in 22 dagen. Onwerkelijk. Met ons tweetjes, als een echt toppel! De medewerker van het Naturum deelde in onze vreugde, trok een foto en hielp ons verder richting hostel.

Het was raar om weer beslissingen te maken als koppel in de bewoonde wereld. Er waren al kleine spanningen tijdens het zoeken naar de weg naar het centrum van Hemavan. Maar alles kwam goed! We zijn fris gewassen en hebben gegeten in Aurora’s kök.

Veel felicitaties van het thuisfront. Super fijn! Wat een ervaring, ook met Jehan! <3

Ik ben benieuwd of we als koppel essentieel veranderd zijn. Buiten de eerste dagen hebben we nooit ruzie gehad. Er was geen energie voor en we hadden hetzelfde doel. We moesten zorgdragen voor elkaar en sterk zijn voor elkaar. Dat moeten we nu doortrekken. Spannend!

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *