Hoe Laponia op mijn lijst van favoriete plekjes op aarde kwam te staan

Welkom in het naturum van Laponia

Tijdens onze fika op een grijze maandag in Jokkmokk belde Jehan naar het naturum (het bezoekerscentrum van een nationaal park of natuurreservaat) van Laponia om te vragen naar hun openingsuren. We waren in de war nadat de informatie van de weinig enthousiaste medewerker van de toeristische dienst van Jokkmokk niet overeenkwam met wat Google beweerde. Aan de andere kant van de lijn nam een heel erg enthousiaste medewerker op. “Het naturum is open van donderdag tot en met zondag”, wist ze ons te zeggen. “Ja, de weg van Jokkmokk naar het Naturum is geruimd en ligt er goed bij. Overnachten op de parking is eigenlijk niet toegestaan, maar het is geen hoogseizoen dus doe maar.” De glimlach op onze beide gezichten werd groter. “Looking forward to meeting you!” Jehan had er zomaar ineens een nieuwe vriendin bij.

Na dit hartverwarmende telefoontje kon ik niet wachten om naar Laponia te vertrekken. Na twee dagen de tijd doden in Jokkmokk reden we woensdagavond ein-de-lijk naar het naturum. Het noorderlicht danste tegen een donkerblauwe hemel en heette ons welkom op misschien wel het mooiste plekje van Zweden.

Een stralende donderdagmorgen. En een stralende glimlach op het gezicht van de medewerker van het Naturum. Samen met Jehan had ik al zitten fantaseren wat voor gezicht bij de vriendelijke stem zou passen. Ze zag er uiteraard helemaal anders uit dan gedacht. Na het samen bekijken van wat kaarten van de omgeving raadde ze ons twee kortere wandelingen in Stora Sjöfallet Nationaal Park en een deel van de Kungsleden aan. Enkel deze drie wandelingen waren ook in de winter voorzien van bewegwijzering. “Neem jullie tent mee, dan hebben jullie geen haast. Zijn de omstandigheden toch te bar, keren jullie gewoon terug”, voegde ze er nog aan toe. Het kriebelde al in mijn buik. Ik wou er absoluut op uit met de tent!

Na de slapen-in-de-tent kriebels maakte mijn buik ook duidelijk dat we nog niet ontbeten hadden. We lieten alle informatie bezinken tijdens een heerlijk ontbijt in het naturum. Een tweede medewerker zette verse koffie en warmde onze kanelbullar op. “Zo lijkt het alsof ze net uit de oven komen”, zei ze met een glimlach. Heerlijk! Om nog maar te zwijgen over hun chocoladecake en de kleine rekening die volgde.

Na het ontbijt kriebelde het ook bij Jehan om de tent in de rugzak te steken en de bergen in te trekken. Ik ging nog even ten rade bij de medewerker van het naturum in verband met mijn slaapzak die een comfort temperatuur van rond het vriespunt heeft. “Het zal wat frisjes zijn, maar slaap in thermisch ondergoed, leg een donsjas over de slaapzak, houd het hoofd warm, leg een extra matje onder de slaapmat en steek een drinkfles gevuld met heet water in de slaapzak. Stop vooral de slaapzak niet vol met kleren. Lucht is belangrijk om warmte te creëren.”

Slapen op Roavvesjkutjovárásj

Met deze waardevolle tips en een goedgevulde rugzak trokken we de bergen in met de sneeuwschoenen aan ons voeten. Heerlijk om weer in de bergen te zijn!

In de verte zagen we een huisje naast een torenhoge mast. Tot daar was de route voorzien van de rode kruizen die ons de weg wezen. Was het een berghut?

Eenmaal boven bleek van niet. De deur was op slot, overal lagen er grote stenen en de wind blies ons omver. Ons tent daar opzetten was geen optie. Vol goede moed daalden we weer af tot we een mooi plekje met een adembenemend uitzicht vonden.

Net toen we onze tent begonnen op te zetten brak een sneeuwbui los boven onze hoofden. Gelukkig stond onze tent er op nog geen vijf minuten. Woehoew! Maar toen bleek dat onze hoofden in de verkeerde richting (bergafwaarts) zouden liggen, hadden we nog eens drie minuten nodig om alle piketten los te maken en de tent te draaien. Eén piket sneuvelde tijdens dit manoeuvre en Jehan bouwde voor de zekerheid nog een sneeuwmuurtje rond een deel van de tent om te vermijden dat er sneeuw naar binnen zou waaien.

Uiteindelijk genoten we beschut van een welverdiend avondmaal: brood, kaas en chocolade. Voor we in onze slaapzakken kropen moesten we nog even de sneeuw en wind trotseren voor een toiletbezoekje. Ik moest dan ook nog eens mijn menstruatiecup kuisen in de sneeuw. Niet zo gezellig, wel heel erg fris. In mijn slaapzak was het daarentegen we heel erg gezellig en maar een beetje fris. Ik had mijn thermisch ondergoed aan, er lagen twee donsjassen op mij en mijn hoofd was op mijn neus na helemaal ingepakt.

Met een frisse neus bergden we de volgende dag de tent op en daalden af. Door een onderkoeld gasflesje was de dag niet begonnen met een warm theetje. Er zat niets anders op dan een koffie te gaan drinken in het Naturum. Maar niet voordat we uitgeteld verslag hadden uitgebracht aan de vriendelijke medewerker.

De blauwe Citroën

Na onze welverdiende fika reden we op aanraden van de Duitse eigenaar (die we een hele tijd eerder ontmoet hadden bij Storforsen) van een reusachtige campervan (een omgebouwd legervoertuig of iets dergelijks) richting Ritsem. We waren elkaar opnieuw tegengekomen op de parking van het naturum en hadden ervaringen en tips uitgewisseld. Hij zei dat het zicht op het meer en de bergen de bumpy road meer dan waard was. En gelijk had hij.

Na een paar kilometer zagen we aan de kant van de weg een manoeuvrerende blauwe Citroën Jumper. En er was nog plaats voor onze witte Opel Movano! Het was pas toen Jehan de motor uitzette dat we tot het besef kwamen dat we misschien het rechte plekje waar de blauwe Citroën wou staan hadden ingepikt. Jehan stapte uit en ging luisteren bij de Oostenrijkse eigenaars van de blauwe van. Inderdaad, we stonden op hun slaapplekje. Aangezien wij maar eventjes gingen stoppen om te genieten van het uitzicht en zij eerst waren, parkeerde Jehan Rafiki voor de tweede keer, maar dan op een scheef stukje grond.

Na het zien van al het moois wouden we daar niet meer weg. “Is het oké als we hier ook blijven om te overnachten?” “Ja, tuurlijk!” Jehan verplaatste Rafiki voor de derde keer naar een minder scheef stukje grond. Onze nieuwe Oostenrijkse buren kwamen zelfs meekijken om ons zo recht mogelijk te zetten. We hadden ons zo-recht-mogelijk slaapplekje gevonden! “We nemen nu wel jullie avondzon af.” “Dat is niet erg!”

Een groene nachthemel

De zon was al even onder toen er plots op onze deur werd geklopt. We sprongen uit bed, trokken onze dikste kleren aan en zwaaiden de deur open. Boven de bergen, het meer en onze vier hoofden danste uitbundiger dan ooit het noorderlicht. Het. Was. Magisch!

Hoe hartverwarmend het noorderlicht ook was, na een uur in de vrieskou gestaan te hebben was het hoog tijd om de warmte van ons bed op te zoeken.

De volgende ochtend raapten we de inhoud van onze rugzakken weer bijeen. De blauwe Citroën stond er nog. Vol enthousiasme trokken we opnieuw de bergen in voor een nieuwe ontdekkingstocht. Na wat dolen en wegzakken bonden we de sneeuwraketten aan onze schoenen.

We ploeterden ons een weg door het bos, recht de bergen in. De omgeving was daar zo adembenemend dat het bereiken van de Ippátjåhkkå niet voldoende was. Ik wou verder en hoger. Ontdekken wat er achter die bocht of vanop die top te zien was. Het zijn die verrassingen die een bergtocht zo fantastisch maken!

Hoe dan ook moest de tocht ooit eindigen. Met pijn in mijn hart lieten we de bergen achter ons. Het was tijd om terug te gaan naar Rafiki, nog steeds in het gezelschap van de blauwe Citroën.

Zondag.

Onze laatste dag in Laponia. De blauwe Citroën stond er niet meer. We sloten deze geweldige vierdaagse in schoonheid af met een heerlijke lunch én fika in het naturum.

Ondertussen maakten we met de hulp van dezelfde vriendelijke medewerkers en de gratis wifi van het naturum onze eerstvolgende reisplannen. Nog enkele lovende woorden neerpennen in het gastenboek en weg waren we. Maar niet zonder onze Oostenrijkse buren nog eens gekruist te hebben. We wisselden onze reisplannen uit: Kiruna en het Ice Hotel op hun planning, Abisko op de onze. “De zon gaat er drie dagen schijnen!”

En zo kwam aan ons eerste bezoek aan Laponia een eind. De hartelijke gastvrijheid in het naturum, de heerlijke fika, de adembenemende berglandschappen, de blauwe Citroën en het dansende noorderlicht. Dit alles maakt van Laponia één van mijn favoriete plekjes op aarde.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *